1.2.1 Eigen inbreng

Eigen inbreng en initiatief zijn onontbreerlijk voor iedereen die zich als buitenstaander een plekje wil verwerven in de Nederlandse gezondheidszoreg.

Hoe doe ik dat?

  1. U spreekt overal en altijd Nederlands. Dat vergemakkelijkt het behalen van de nodige certificaten (op B2/C1 niveau)
  2. U zoekt een mentor of buddy, iemand die u, al of niet samen met wat collega's of lotgenoten, wegwijs wil maken in het Nederlandse zorgsysteem
  3. U verdiept zich in dat systeem, waarin u weliswaar veel vrijheid heeft, maar waar ook veel eigen inbreng en initiatief van uw kant wordt verwacht
  4. U zorgt voor een goed Curriculum Vitae, een CV, en orieteert zich op de formele eisen (zie de site van de Vereniging van Buitenlands Gediplomeerde Artsen, VGBA)
  5. U leert naast het gewone Nederlands ook medisch Nedeerlands, waarmee een arts patienten voorlicht. In Nederland is praten met patienten en hen uitleg geven over ziektes, plan van aanpak etc.heel gebruikelijk. Let op, het Nederlands zit vol met eigenaarige uitdrukkingen, het zogenaamde idioom
  6. U hanteert een ietwat, maar niet overdreven formele schriftelijke communicatiestijl. U gebruikt u, begint met 'Geachte heer/mevrouw' en eindigt met 'Met vriendelijke groet'
  7. U orienteert zich op de diverse mogelijkheden tot verdeeer zoeken, de medisische bibliotheek en Pubmed, maar ook op Google-Scholar, Wikipedia etc.
  8. U vergeet regel 1 niet, maar houdt ook uw Engels op peil. vrijwel alle naslagwerken zijn in het Engels.  
  9. U neemt deel aan of desnoods richt u zelf een oefengroep op waarin u met rollenspellen oefent, oefent en oefent 
  10. U leest Nederlandse kranten en volgt daarin vooral het nieuws over gezondheidszorg (TV idem).